weetje
Verplichtingen bij het gebruik van een alarminstallatie.
De Regels wijzigen vanaf 4 oktober 2007 !!!
Wie een alarminstallatie wil gebruiken is er toe gehouden enkele wettelijk verplichte regels na te leven. De bedoeling hiervan is de politiedienst te ontlasten van de vele nodeloze tussenkomsten, vooral naar aanleiding van een vals alarm. Tegelijk moet dit de gebruiker een zekerheid bieden betreffende het vakmanschap van de installateur en de meldkamer.
Het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 2007 bepaalt de huidige regels vanaf 4 oktober 2007.
Dit besluit beperkt het toepassingsgebied tot alle alarmsystemen tegen diefstal, inbraak of agressie, behalve:
1. Persoonsalarmsystemen en goederenalarmsystemen die niet voorzien zijn van een buitensirene, een buitenlicht of een meldsysteem.
2. Goederenalarmsystemen die niet geïnstalleerd zijn in een onroerend goed.
De beveiligingsondernemingen, zeg maar de alarminstallateurs, alsook de alarmcentrales, zeg maar de meldkamers, moeten hun klanten inlichten over de bepalingen van dit koninklijk besluit bij het afsluiten van een overeenkomst.
Zowel de beveiligingsonderneming als de alarmcentrale en de gebruiker of de eigenaar van een alarmsysteem hebben welomschreven verplichtingen.
Een alarmsysteem moet aangegeven worden door bepaalde gegevens mede te delen aan de Directie Private Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Als deze gegevens worden gewijzigd of het alarmsysteem niet meer wordt gebruikt moet dit eveneens gemeld worden.
Een alarmsysteem moet jaarlijks worden onderhouden waarbij er specifieke controlesdienen uitgevoerd.
Het is verboden om componenten te gebruiken die de doeltreffende tussenkomst van de hulpdiensten kunnen hinderen of letsels kunnen toebrengen aan personen.
Verder zijn er afzonderlijke en specifieke regels voor goederenalarmsystemen en voor persoonsalarmsystemen.
Een alarmsysteem mag nooit rechtstreeks signalen of boodschappen sturen aan de politiediensten of aan het noodnummer 101 en 112. Voor goederenalarmsystemen moet dat gebeuren door een gesprek in reële tijd. Een alarm van een persoonsalarmsysteem mag enkel gemeld worden door een alarmcentrale. Alarmcentrales kunnen soms gebruik maken van een speciaal noodnummer en zij mogen een alarm slechts melden na verificatie.
De gebruiker van een goederenalarmsysteem is er voor verantwoordelijk dat na elke alarmmelding er bij het beveiligde goed een persoon aanwezig is op het ogenblik dat de politie ter plaatse komt. Deze persoon, voor zover deze persoon zich niet in een gevaarssituatie bevindt, is in staat om:
De politie binnen te laten in het beveiligd goed
Het alarmsysteem uit te schakelen.
Bij het niet naleven van de bepalingen kan er een inbreuk worden vastgesteld bij procesverbaal. Daarnaast kan er ook een retributie worden geïnd bij iedere nodeloze politietussenkomst.
Bron: pzvlas